Geschatte leestijd: 5 minuten

De dag voor vertrek richting Phonsavan kregen we te horen dat we om half negen opgehaald zouden worden en dat de bus om negen uur zou vertrekken. Na twee maanden in Zuid-Oost Azië zijn we redelijk gewend dat half negen ook kwart over acht kan zijn of negen uur. ‘Half negen’ is meer een richtlijn. Om kwart over zeven zaten we beneden in de ontbijtzaal toen ons werd verteld dat de we eerder werden opgehaald. Toen ons ontbijt ook nog eens voorrang kreeg op de andere acht gasten welke al zaten te wachten op hun ontbijt voelde we al iets van nattigheid. Michelle zat dan ook op haar laatste hap van haar bananapancake te kauwen en Rick had zijn eerste van de twee broodjes met ei op toen we te horen kregen dat de tuktuk voor stond. Nadat we snel naar onze kamer gingen om onze tassen te halen zaten we om half acht in de tuktuk naar het station (terwijl Rick zijn tweede broodje met ei op at). Op het busstation hebben we vervolgens tot half tien moeten wachten omdat de tuktuk welke twee andere toeristen moest ophalen een uur te laat was. Tijdens het wachten hebben we de chauffeur al menig keer naar z’n band zien kijken, aan de minivan zien schudden en als een volleerd man tegen de band zien schoppen. Het verbaasde ons dus ook niet dat we na twee minuten nadat we het busstation hadden verlaten al in de garage stonden. Uiteindelijk na een uur klussen aan de band, welke blijkbaar lek was, konden we weer verder.

De techneuten bezig met een poging om de band eraf te krijgen.

Tijdens dit uur hebben we kennis gemaakt met de andere toeristen in de minivan: Marie uit Frankrijk (en ook nog Engels pratend!) en Luke uit de UK. Uiteindelijk hebben we een goede rit gehad (weinig kots dit keer) en hebben we ‘s avonds tijdens een gezamenlijk diner besloten de volgende dag met z’n vieren op de scooter naar de Vlakte der Kruiken te gaan.

Na het ontbijt zaten we weer vertrouwd op de scooter richting de eerste vlakte (vreemde naam voor een heuvel eigenlijk) waar de kruiken liggen. De kruiken werden lang geleden gebruikt als urn voor het begraven van mensen. Raar idee dat deze mensen boven de grond in een pot werden ‘begraven’. De rit er naar toe was een kort ritje en aangezien Marie niet gewend was aan scooter rijden en Luke niet gewend was om rechts van de weg te rijden hebben we dit in een rustig tempo gedaan. Na de eerste vlakte waar enkele honderden kruiken lagen hadden we de optie om nog twee andere vlakten te bekijken. Na een klein overleg hebben we besloten dat het ‘just more jars’ zijn en daarom zijn we op aanraden van Marie doorgereden naar de oude privinciehoofdstad welke door de Amerikanen plat is gebombardeerd. Volgens onze informatie zouden daar mooie oude tempels zijn, die voor de verandering niet glimmend goud of kitscherig wit zijn. De tempels waren moeilijk te vinden, zelfs terwijl we op vijftig meter afstand stonden hebben we nog om richting gevraagd, maar uiteindelijk hebben we ze gevonden! Supergaaf om zo’n overwoekerde stenen punt te zien, het ging helemaal op in het landschap.

Op de weg naar onze volgende stop vond Marie dat het wel iets harder kon. Dus voor we het doorhadden was ze vol gas vertrokken. Laten we zeggen dat we deze hele reis nog niet zo hard hebben gereden. Het doel van de rit was een Hmong-dorp waar ze niet-geëxplodeerde bommen uit de Vietnamoorlog  (of Amerikaanse Oorlog zoals de Vietnamezen/Laotianen  het noemen) gebruiken als onderdeel van hun woning. De oude hoofdstad was lastig te vinden, maar na vijf keer vragen hadden we nog steeds geen idee of we in de buurt van Bomb-Village (zoals het wordt genoemd voor toeristen) waren. Na het zoveelste overleg of we nu goed zaten werden we door een dronken feestganger aangesproken. Hij wist Bomb-Village te vinden, hij woonde er namelijk, maar we moesten eerst komen eten en drinken op de bruiloft van z’n nichtje. Daar hoefden we natuurlijk niet lang over na te denken! Voor we het wisten hadden we vijf of zes borden met eten voor ons staan en werd er per persoon een plastic zak met sticky rice voorgeschoteld. We waren wel plotseling het middelpunt van de feestelijkheden van een bruidspaar die eigenlijk wat ons betrof in het middelpunt hoorde te staan, maar er werd ons verzekerd dat het een hele eer was dat er blanke mensen op de bruiloft waren. Ze hoopten dat onze aanwezigheid zelfs wel kon betekenen dat het bruidspaar een kind zou krijgen met blond haar. Het werd uiteindelijk een wedstrijd wie het meeste foto’s van de ander kon maken. Na tien minuten kwam het bruidspaar langs. Laten we zeggen dat de bruid kwam aanlopen en de bruidegom op sleeptouw werd genomen en zwaar werd ondersteund. Van ons werd verwacht dat we het bruidspaar geluk wenste door middel van het ombinden van een touwtje om de pols en het geven van een geld bedrag (daar was de catch). Na het ombinden van het touwtje was het de bedoeling dat je twee glaasjes bier opdronk (een oneven aantal glaasjes drinken brengt namelijk ongeluk). Aan het einde dronk het bruidspaar hun eigen glaasjes op, en dat was de reden dat de bruidegom niet de scherpste meer was. Tijdens de gelukwensen werd trouwens de eerste feestganger half bewusteloos weg gedragen (en het was pas vier uur ‘s middags). Na ruim een half uur gezelligheid, heerlijk eten en een veelvoud van twee biertjes (alleen Rick, want Mies moest nog rijden) zijn we richting Bomb-Village gereden. Dit was een prachtig plaatsje met enkele hutten wat de halve bommen gebruikt waren voor ondersteunende pilaren. Hier hebben we heerlijk rondgeslenterd en enkele prachtige foto’s gemaakt van locals en hun huizen. Michelle is verliefd op dat meisje waar we een close up van hebben. Gezien de dreigende wolken zijn we om half zes als een vliegende Marie richting het guesthouse gereden. Uiteindelijk een heerlijke dag gehad met alleen maar hoogtepunten!

De volgende bus zal ons brengen naar Vietnam, land nummer zeven van de dertien. Qua landen zijn we halverwege, gelukkig hebben we nog ruim vier maanden!