Reisverhalen

Sa Pa – Dien Bien Phu – Sa Pa

Geschatte leestijd: 11 minuten

Op naar avontuur! We hebben er in Cat Ba goed over nagedacht en inlichtingen ingewonnen. Scootertocht it is! Wij hadden eigenlijk verwacht dat wat wij van plan waren heel gebruikelijk was, maar nadat we een aantal mensen in het hostel in Sa Pa hadden gesproken bleek dat we toch wel een uniek plan hadden. Als we vooruit betaalden mochten we dan wel bij uitzondering de scooters langer dan één dag meenemen, maar we gingen niet weg zonder de garantie dat als we eerder terug zouden komen we ook de huur van de ongebruikte dagen terugkregen. Uiteindelijk hebben we de scooters gehuurd voor 6 dagen voor een tocht van 600 kilometer van Sa Pa naar Dien Bien Phu en weer terug naar Sa Pa.

De route

De route

De eerste dag zijn we rustig begonnen. Vlak buiten Sa Pa richting de Tram Ton pas, de hoogste pas van Indochina, bevindt zich de Zilverwaterval. Onderaan de waterval begint een trap welke redelijk stijl omhoog loopt naar het punt waar je de waterval het beste kan bekijken. Naast ons waren er nog een tiental Chinese toeristen die de trap naar de waterval hadden beklommen. Wij waren voornamelijk de waterval aan het bewonderen, maar de Chinezen waren voornamelijk met ons bezig. Het duurde dus ook niet lang voordat we werden meegetrokken door een vriendengroep om met hun op de foto te gaan. Nadat er met 7 verschillende mobiele telefoons foto’s waren gemaakt dachten we dat we wel weer verder konden lopen, maar direct daarna stond de volgende groep al in de rij; Vader, moeder en twee dochters. En van iedere mogelijke combinaties, in soms bijzondere (en opdringerige) poses, moest natuurlijk een foto worden gemaakt. Het was alsof we weer terug waren in het Zomerpaleis in Beijing.

O, en de waterval was ook mooi hoor!

Na de waterval zijn we doorgereden naar de Tram Ton pas waar je prachtige uitzichten het dal in hebt en kunt uitkijken over de omringende bergtoppen. Als je dan het dal in kijkt kun je de weg voor kilometers kronkelend naar beneden zien lopen. En die weg mochten wij nemen! Eindelijk weer beneden aangekomen waren we 5 uur en pas 30 kilometer verder. Ons doel van de eerste dag was Lai Chau bereiken, de provinciehoofdstad van de gelijknamige provincie. Uiteindelijk hebben we na 70 kilometer met een hele zere kont een prachtig hotel gevonden voor een goede prijs. Zoals wel vaker op deze reis is het goed om van te voren even de bedden te voelen. Maar hé, je went vanzelf aan het slapen op een plank.

Lai Chau is een idiote stad. Tien jaar geleden is dit uitgeroepen tot provinciehoofdstad en direct is er vlak buiten het vroegere Lai Chau een tweede Lai Chau opgetrokken. Het nieuwe Lai Chau heeft bijvoorbeeld toegangswegen welke evenveel banen heeft als de A2 tussen Utrecht en Amsterdam (alleen rijden er gemiddeld 3 scooters en een auto). Daarnaast zijn er 2 kunstmatige meren aangelegd waaraan het provinciehuis, gemeentehuis en natuurlijk het monument voor Uncle Ho is gebouwd. Als je door het nieuwe deel rijdt heb je het gevoel alsof ze deze stad hebben gebouwd voor het geval er straks 3 miljoen mensen wonen, terwijl het er nu hooguit 20.000 zullen zijn. Het oude Lai Chau is het bekende gezellige, drukke, krappe dorpse gevoel wat we gewend zijn. Nu we overigens echt buiten het toeristische Vietnam zijn, hebben we direct ons Vietnamees moeten oefenen in een restaurant… Maar uiteindelijk hebben we goed gekozen en moet gemeld worden dat Michelle vlees met flubbertjes heeft gegeten (en ze vond het lekker!).

Na een heerlijke nacht slapen op de plank was ons volgende doel 100 kilometer verderop: Mu’ong Lay. We schoten heel goed op, de wegen waren goed begaanbaar en we hadden de eerste 2 uur al ruim 60 kilometer gereden. De route was prachtig met uitzichten over de rijstvelden, schitterende bergen en vrolijke mensen op en langs de weg die allemaal vrolijk zwaaiden naar die gekke toeristen. Na deze eerste twee uur van goede wegen waren we zo overmoedig geworden dat we wel vonden dat we in plaats van naar Mu’ong Lay meteen wel konden doorrijden naar Dien Bien Phu, ons uiteindelijke doel. Deze stad is de plek waar de Vietnamezen de Fransen in de pan hebben gehakt om uiteindelijk van de Franse overheersing af te zijn.

Hoe meer we naar Mu’ong Lay kwamen hoe minder strak de wegen werden. Wat meer kuilen, wat meer wegwerkzaamheden met glibberige modder, wat hopen grint waar ze later een weg van gaan maken waar je zelf maar moet zien hoe je er doorheen (er overheen, er langs?) komt… Ondanks dat zijn we om twee uur al aangekomen in Mu’ong Lay en tijdens een hele vieze lunch (noodlesoep welke leek op afwaswater) hebben we toch besloten om door te rijden naar DBP. Enkele kilometers na Mu’ong Lay werd niet alleen de omgeving nog mooier, maar ook de weg werd een laken van asfalt. Dus waar de eerste 100 kilometer van de dag nog 5 uur duurde hebben we het tweede deel in de helft van de tijd af kunnen leggen.

DBP is ook een provinciehoofdstad, maar gelukkig gewoon gebleven. Hier zijn wel musea, begraafplaatsen en monumenten welke allemaal verwijzen naar de slag tegen de Fransen. Wij kwamen aan op 2 september in DBP, de Onafhankelijkheidsdag van Vietnam. Om die reden leek het extra speciaal om in DBP te zijn. Echter na 200 kilometer te hebben gereden deed iedere spier in ons lichaam pijn, dus hebben we niets meegekregen van een eventuele viering in DBP. We begonnen al uit te kijken naar een heerlijke (Thaise) massage, dus na een snel diner hebben we ons bed opgezocht en dit keer zat er wat vering in de plank. We hebben wederom heerlijk geslapen.

De volgende dag zijn we op zoek gegaan naar het museum, de begraafplaats en de verschillende monumenten. Maar eerst wilden we ontbijten. Dit was wat moeilijk, dus voordat we onderweg waren was het al half 10. Uiteindelijk zijn we aangekomen bij de begraafplaats, waar we tegelijkertijd aankwamen met 2 bussen vol met Vietnamezen welke duidelijk de oorlog met de Fransen en Amerikanen hadden meegemaakt. De Vietnamezen maakten er een hele herdenkingsdienst van wat heel bijzonder was om te zien. Uiteindelijk hebben we de begraafplaats achter ons gelaten en zijn we naar het museum gegaan. Iets voor elven aangekomen blijkt het museum tussen 11 uur en 13 uur gesloten te zijn. Dus uiteindelijk bijna 300 kilometer gereden om voor een gesloten deur te staan… Helaas.

De terugtocht zou via de zuidelijke route gaan. Op de kaart stonden niet echt grote plaatsen, waardoor we eigenlijk niet zo goed wisten waar we voor een slaapplek terecht zouden komen, maar dat zou waarschijnlijk wel een homestay worden. De tocht van vandaag was misschien wel door het mooiste deel van de route. Superlatieven te kort om het te beschrijven en de foto’s zullen vast niet over gaan komen… maar in één woord: mooi!

Dankzij onze app Maps.me (nog steeds een topper Theo!) hebben we altijd de weg kunnen vinden, maar deze tocht zijn we erachter gekomen dat een groot deel van het gebied waar we nu zijn er toch niet op staat. Hele dorpen, bijna steden, waar we doorheen reden staan niet in de app (en ook niet op de kaart welke we hebben gekocht bij de Tourist Information Office). Uiteindelijk zijn we geëindigd in Thanh Nam. Net als Assendelft een lange straat van enkele kilometers met allemaal winkels, huizen en bedrijven en achter de straat direct landbouwgrond of bergen. We zijn het hele plaatsje doorgereden, maar er was duidelijk nergens een hotel/guesthouse te vinden. Uiteindelijk hebben we met wat gebaren gevraagd bij een restaurant of er ergens in de buurt een mogenlijkheid was om te slapen. Met wat gebaren terug werd ons duidelijk gemaakt dat er boven een bed was en dat we daar wel konden slapen. Na de kamer te hebben bekeken wilden we toch liever een bed met matras (en niet slapen op de lattenbodem) dus werd ons de kamer van een reeds getrouwde dochter aangeboden waar ook nog eens een heerlijke hangmat in stond. Aangezien wij geen Vietnamees spreken en de Vietnamezen geen Engels werd Michelle de telefoon aangeboden waar aan de andere kant de dochter ons vroeg of we de kamer wilden en of de prijs akkoord was. Nadat duidelijk was dat de kamer door ons goed was bevonden kwam er een grote glimlach door bij de man des huizes. Door de taalbarrière blijft er maar één communicatiemiddel over: proosten met sterke drank. Zelfgestookte rijstwijn om precies te zijn. De eerste gedacht bij de smaak ging direct terug naar het spel ‘kaartje blazen’ met Mau Thai (vieze Chinese bocht), gedurende de middelbare schooltijd van Rick. Een goede gast drinkt mee, ook al zijn het uiteindelijk 6 of 7 glazen. Het werd niet vreemd gevonden dat Michelle beleefd afsloeg, maar Rick moest eraan geloven. Aangezien het nog geen etenstijd was en we niet nog meer wilden drinken hebben we een klein rondje in het dorp gelopen waar we tussen de vele bedrijven een kapper vonden. Voor Rick was het hoog tijd voor een knipbeurt. Met het nodige handen en voetenwerk om duidelijk te maken hoe er geknipt moest worden is z’n kapsel weer een stuk opgeknapt!  Het was wel een aderlating, zo’n 30.000 Dong…

Vooraf hadden we gedacht 6 dagen onderweg te zijn, maar nu we na drie dagen al ruim 450 kilometer hadden gereden wilden we de tour inkorten naar 4 dagen en de laatste 150 kilometer in één keer afleggen. De eerste vijftig kilometer van die dag zouden nog over een weg zijn welke niet bijster goed was, maar daarna konden we heerlijk over de provinciale weg blazen. De eerste vijftig kilometer zat echter nog meer tegen dan vooraf gedacht. Ten eerste zaten er geen kuilen meer in het asfalt maar lag er asfalt tussen de kuilen en daarnaast bleek dat de kaart die we hadden gekocht bij de Tourist Information Office uit 2009 te zijn. Tussen 2009 en 2015 kan je met gemak allerlei dingen bouwen zoals complete steden, wegen of een stuwdam. Een kenmerk van een stuwdam is dat het water tegenhoudt, waardoor het waterpeil aan één kant van de dam in de rivier stijgt. Een nadeel hiervan kan zijn dat landbouwgronden, dorpen en wegen onderlopen. Ondergelopen landbouwgronden en dorpen is natuurlijk heel pijnlijk voor de bewoners, maar dat deel van die wegen vonden wij nogal vervelend. Zowel onze app als onze kaart gaf aan dat het een doorlopende weg zou zijn, maar nadat we onder andere over lawines van stenen waren gereden kwamen we bij het einde van de weg (meer het begin van het water). Hierdoor moesten we niet alleen terug over de lawine, maar ook nog eens een omweg maken van 40 kilometer. Op dat moment waren we ook al met een schuin oog aan het kijken voor een tankstation, maar met het idee dat het nog maar 10 kilometer was, maakten we ons niet te veel zorgen. Met een extra 40 kilometer te rijden en geen idee wanneer we konden tanken werd het toch wel spannend. Tijdens de omweg hebben we trouwens ook nog een blik kunnen werpen op de veroorzaker van onze (en de bewoners hun) ellende. Een mega stuwdam van ongeveer 50 – 60 meter hoogte. Uiteindelijk zijn we brandstoftechnisch op tijd in een plaatsje aangekomen waar we konden tanken en hebben we ook meteen maar even geluncht en onze kont wat rust gegeven. Uiteindelijk hebben we over het stukje van 50 kilometer (wat er dus bijna 100 zijn geworden) 5 uur gedaan.

Nadat we hadden getankt mochten we eindelijk weer los op de provinciale weg, los op normaal asfalt. Scheuren! Om weer in Sa Pa te komen moesten we weer terug over de Tram Ton pas. Op de heenweg was het fris, maar te doen in t-shirt, op de terugweg zagen we de wolken al hangen en was het aan het begin van de beklimming al fris. Halverwege hebben we dus toch voor de zekerheid onze regenjas maar aangetrokken tegen de kou, maar hoog in de bergen door de wolken rijden is koud, zelfs met een regenjas. Wie had dat gedacht dat we het koud zouden hebben in Zuid-Oost Azië!

Uiteindelijk zijn we na 4 dagen en 650 kilometer weer terug aangekomen in Sa Pa. We waren compleet gesloopt en hebben na het eten voor het slapen enkel nog een massage genomen. Hierbij hebben we wel gemerkt dat een Thaise massage, hoe pijnlijk die ook is, veel beter is dan het wrijven (of knijpen in Michelle’s geval) wat we nu kregen. Maar de massage was ontspannend (en spotgoedkoop dus wat wil je) en we hebben er heerlijk op geslapen. Uiteindelijk is het een prachtige ervaring geweest en de volgende keer in Vietnam (want die gaat er zeker komen!) zullen we volledig op de motor gaan doen (eerst even een rijbewijs halen voor een échte motor). Wat een heerlijke manier van reizen!

1 reactie

  1. mvanderputte82@hotmail.com

    Wouw wat fantastisch. En wat een prachtige omgeving zeg. Al dat groen om jaloers op te worden.

    x Mieke

    PS de regenjasen staan supercharmant

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


© 2024 Rick en Michelle

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑