Reisverhalen

De stad van onze vrouwe der vrede

Geschatte leestijd: 6 minuten

Met zo’n naam zou je toch denken dat La Ciudad de Nuestra Señora de La Paz een vreedzame en veilige plek zou zijn om naartoe te gaan. Totdat je de Lonely Planet openslaat en begint te lezen. Een kleine selectie uit de waarschuwingen:

  • Walk in groups
  • Take cabs after 8pm
  • Be aware of strangers
  • Avoid El Alto, the cementry and higher neighbourhoods during night due to violant robberies
  • Do this nice tour or hike, but do it in groups due to violent robberies.

Of te wel: “Welkom in La Paz”.

Nu hanteren wij de Lonely Planet meer als leidraad, dus hebben we geprobeerd om toch te genieten van de stad. De eerste nacht zaten we in een hostel dat een beetje buiten het centrum lag en dus hadden we snel besloten te switchen van hostel om meer in de reuring te zitten. Het nieuwe hostel zat midden in de stad en om de hoek bij de meeste ‘attracties’ zoals het San Francisco Plaza waar de dagelijkse protesten beginnen of voor gewoon gezellige muziek (hardrock, electric en traditionele muziek, alles knalde even hard uit de boxen).

Na twee dagen de stad te hebben verkend besloten we om toch maar wat meer van de omgeving te bekijken. De beste manier is om een toertje te boeken, de leukste manier is om met de mountainbike ‘the most deadly road’ af te fietsen. Nu weten we ondertussen dat de Bolivianen erg van overdrijven houden en ‘the most deadly road’ nu niet meer zo dodelijk is (hooguit 5 tot 10 doden per jaar, waar de nieuw aangelegde weg goed is voor minimaal 30 doden), maar toen de weg nog volop in gebruik was tikte de teller vaak meer dan 300 doden per jaar. Nou… Het leek Rick dus erg leuk om daar naar beneden te fietsen en Michelle zag vooral uit naar de mooie omgeving. Het mountainbiken is trouwens ook niet geheel zonder gevaar met 27 doden (en vele gewonden, permanent invaliden en gebroken botten) in de 20 jaar dat deze toer wordt aangeboden, maar dat houdt ons niet tegen. Het zorgt er wel voor dat we goed navraag hebben gedaan over de veiligheid, de bekwaamheid van het personeel en het materiaal. Dus bij de duurste optie hadden we een goed gevoel en gingen we een dag later de berg af.

Onze groep was lekker klein, met naast ons twee Australiërs, die we in het hostel hadden ontmoet, en twee Taiwanezen. Na een klein uurtje met het busje werden we op 4.700 meter hoogte op de berg gedropt. Hier kregen we onze kleding, fietsen en de eerste veiligheidsinstructies. Na een kort oefenritje op de fiets begonnen we met het eerste deel, 22 kilometer bergaf over asfalt. Een goed begin om te wennen aan de fiets en eventueel verkeer. Aan het einde van de 22 kilometer was onze vuurdoop wat betreft het gravel… En dat was zeker anders. Je fiets springt alle kanten op terwijl je druk bezig bent om alle stenen te ontwijken wat eindigt in het meenemen van iedere steen die ook maar een beetje op je pad kan liggen. Na deze honderd meter werden de fietsen ingeladen om bergop richting het begin van de echte Death Road te gaan.

Onze gidsen waren tot dan toe al super. Ze gaven ons goede tips over onze houding en hoe je veilig beneden komt, maar na het eerste stukje gravel was de zelfverzekerdheid wel iets gedaald. Gelukkig had onze gids z’n muziek bij zich en de beste manier om te beginnen aan de Death Road is volgens hem met pump up song ‘The Eye of the Tiger’ die trommelvliesklapperend uit de boxen van de bus schalde. En het werkt ook echt! Na een herhaling van de veiligheidsinstructies met wat aanvullingen over o.a. het links in plaats van rechts rijden en dat de beste houding op de fiets staand is terwijl je licht achterover leunt mochten we het eerste stukje aanvallen. Links rijden betekent overigens ook zo dicht mogelijk langs de rand fietsen, het klinkt raar, maar het schijnt een stuk veiliger te zijn met verkeer in de vorm van een auto of bus, want dan kan de linkszittende chauffeur z’n wielen naast de afgrond in de gaten houden. Met gids nummer één voorop, de groep er in eigen tempo achteraan en gids nummer twee en het busje die de optocht sloten begonnen we ons eerste deel. Om eerlijk te zijn, het asfalt was leuk, maar the Death Road was super. Tijd om van de omgeving te genieten heb je niet echt tijdens het rijden, maar daar zijn gelukkig de vele stops voor, wat was het genieten! De combinatie van snelheid, steile wanden en kliffen, bochten en stenen maken het fietsen een super ervaring en in de pauzes heb je ook nog eens uitzicht op prachtige bergen, natuur en watervallen. Bij Rick was er dan ook best een teleurstelling aanwezig op het moment dat we beneden waren (bij Michelle met name opluchting), al werd dat goed gemaakt door een overheerlijk en koud biertje. Een biertje of twee (een heerlijke Judas!), wat gezien de inspanningen, vier uur staan op je pedalen en door elkaar geschud worden en de steeds hogere temperatuur, echt verdiend was.

Na de biertjes hebben we nog heerlijk warm gedoucht en gegeten in een dierenopvang, waar een deel van ons geld wat we betaald hebben voor de tour ook heen is gegaan (maakte het extra geld weer goed). Om vijf uur was het tijd voor de terugweg, niet over de nieuwe weg, maar met het busje terug over the Death Road. De verhalen van onze gids begonnen nu los te komen over de bocht waar de eerste fietsdode was gevallen, waar het ergste ongeluk ooit op Death Road heeft plaatsgevonden (complete bus met 98 mensen van de berg gevallen), waar hij mensen uit het ravijn heeft gehaald, waarom een bocht Dutch balls heet of the Bitch corner, waarom hij sommige andere maatschappijen haat (een meisje met gebroken rug verkeerd inschatten en haar willen optillen en in de bus zetten. Wat zijn wij blij met onze gidsen!) en ga zo maar door. Echt de verhalen welke je van te voren liever niet hoort. Maar het maakt de terugrit met het prachtige uitzicht wel compleet en nu je zelf niet aan het stuur zit ook wel een klein beetje oncomfortabel.

Terug in La Paz zijn we voor het eerst gezwicht voor Dutch Food en heeft Michelle haar lange dagdroom verwezenlijkt, een Hollands sateetje! En niet te geloven, ze hebben er ook een patatje oorlog voor Rick. Ze smaakte beide bijna net zo lekker als thuis. Daarna waren we echt gesloopt en was het tijd voor bed. Morgen spierpijn en dan ‘s avonds de bus naar Potosí. Tijd voor ons volgende avontuur, maar dan ín de berg.

1 reactie

  1. Thijs

    De death road klinkt supergaaf! Ik voeg hem toe aan de Bucket list? veel plezier daar

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


© 2024 Rick en Michelle

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑